In Haarlem kennen ze de taal. Er wordt gezegd dat als de Haarlemmers spreken je het fraaiste Nederlands hoort, dat het dichtst bij het Algemeen Beschaafd Nederlands zit. De boekdrukkunst is natuurlijk in Haarlem uitgevonden door Laurens Janszoon Coster. Kortom, de Nederlandse taal is in Haarlem in goede handen.
Sardonisch sprongetje
Daarom vind ik het zo frappant dat de gemeente Haarlem uiterst matig communiceert. Als geïnteresseerd Haarlemmer volg ik de berichtgeving van de gemeente natuurlijk trouw. Als retorisch strateeg bekijk ik haar communicatie met gemengde gevoelens. Altijd als ik een brief van de gemeente open, maakt mijn hart een sardonisch sprongetje: hoe zouden ze deze keer de boodschap volstrekt onhelder maken? Tegelijk vind ik het ergerlijk en treurig dat een professionele organisatie, met veel medewerkers en met serieuze taken, er keer op keer een potje van maakt.
Recent was er een nieuw hoogte- cq dieptepunt. Onder de kop ‘In beslagname hond’ verscheen een onbegrijpelijk bericht. Er is commotie ontstaan over een hond, filmpjes en handhavers. Het is een totaal ondoorgrondelijke woordenbrij.

Waar gaat het eigenlijk om? Ik moest het opzoeken, want van de gemeente werd ik niets wijzer. Het Haarlems Dagblad biedt uitkomst. Handhavers van de gemeente hebben gezien dat een man zijn hond schopte en enige tijd later wordt de hond in beslag genomen. De eigenaar ontkent zijn hond mishandeld te hebben. Ook verschijnt een filmpje op sociale media met een confrontatie tussen gemeentelijke handhavers en de man. Kortom: ophef!
Retorische bril
Nu wordt duidelijk dat de gemeente probeert te schrijven dat op het gedeelde filmpje andere handhavers staan tijdens een ander incident met de man. Waarom is dat eigenlijk belangrijk? Als je met een retorische bril naar de tekst kijkt, ga je op zoek naar het doel van deze tekst. Vermoedelijk wil de gemeente opkomen voor haar eigen handhavers. Want de buurt staat op haar achterste benen, er hangen posters dat de hond terug naar zijn baas moet, en waarschijnlijk durven de handhavers zich niet meer te laten zien.
Schade voor het bestuur
We weten van onze burgemeester dat hij pal staat voor zijn boa’s. Hij wil ze zelfs bewapenen tegen de wens van de gemeenteraad in. We weten natuurlijk ook allemaal dat de boa’s het niet makkelijk hebben tegenwoordig. Ze verdienen de best mogelijke ondersteuning. Maar dat begint niet bij een wapenstok of een bodycam. Dat begint met een effectieve en eenduidige steun in woorden vanuit de gemeente. En die hebben ze in dit geval niet gekregen.
Er moeten toch op zijn minst drie mensen naar de tekst die op de gemeentesite is verschenen, hebben gekeken: de schrijver, diens baas en een webredacteur. En toch is deze tekst in deze vorm gepubliceerd als officiële uiting van Haarlem. Dan is het opeens niet meer alleen grappig en/of treurig dat de gemeente Haarlem continu ondermaats communiceert. Dan is het een schande en schaadt het het functioneren van het bestuur.
Oplossing
Ik wil niet alleen het probleem zichtbaar maken, maar ook proberen onderdeel te zijn van een oplossing. Laat mij een poging doen de tekst te verbeteren:

We beginnen bij de kop: we verwijderen de overbodige spatie.
De retorische ordening is nog steeds relevant
De klassieke retorica kent een standaardindeling voor betogen. Die indeling vormt een goed uitgangspunt om een tekst mee op te bouwen. Je begint met een inleiding waarin je de aandacht van het publiek trekt, het publiek welwillend stemt en zorgt dat het publiek het vervolg kan begrijpen. Daarna volgt dan een feitenrelaas: welke informatie moet je publiek kennen om de zaak te kunnen beoordelen?
In de afgelopen twee zinnen heb ik vier keer het woord ‘publiek’ gebruikt. Het is van enorm belang om te weten voor wie je betoog bedoeld is. En wat zou het beoogde publiek met dit stukje op de site van de gemeente zijn? In eerste instantie denk je aan de bevolking van Haarlem. Maar wat moet die bevolking met dit stuk? Moet de bevolking van Haarlem weten dat het filmpje op sociale media niet te maken heeft met de inbeslagname van de hond? Is het een waarschuwing dat er met de handhavers niet te spotten valt? Of zijn het de handhavers die hier eigenlijk aangesproken worden?
In het algemeen wordt er veel te weinig nagedacht wie de doelgroep, wie het publiek is. Je bent niet alleen aan het zenden. De beoogde ontvanger moet altijd centraal staan.
Terug naar de indeling. In het artikel op de website van de gemeente zie je dat het eerste, vetgedrukte gedeelte geen klassieke inleiding is, maar een klassiek feitenrelaas. De inleiding wordt overgeslagen. En een inleiding is geen luxe, het is noodzaak. Nu is er geen aandacht, geen welwillendheid, en al helemaal geen begrip mogelijk.
Na het feitenrelaas volgt normaal gesproken de argumentatie: Je zegt wat je vindt dat mensen voor waar moeten aannemen, en waarom je dat vindt – je claim en je onderbouwing. Haarlem doet dat anders. Het schrijft dat het andere handhavers waren en dat er goed voor de hond gezorgd wordt. Daarbij worden alle betrokken instanties genoemd. Waarom zou dat zijn? Om de verantwoordelijkheid uit te smeren? Om te laten zien dat er zorgvuldig gehandeld wordt? Om de tekst wat meer volume te geven?
Sowieso is de tekst problematisch. Bij elke zin die je schrijft moet je je afvragen: waarom staat dit hier, waarom is dit belangrijk? En dan zie je een zin als ‘Hierbij zijn filmpjes online gezet waarin handhavers van gemeente Haarlem herkenbaar in beeld zijn.’ Waarom staat dat in de inleiding? Waarom is het feit dat filmpjes online gezet zijn belangrijk? Waarom is het relevant dat handhavers van de gemeente herkenbaar in beeld zijn?
De laatste alinea is vaak een conclusie, die de kern van het betoog samenvat. Of dat in dit geval ook zo is, is nauwelijks te beoordelen. Is het een extra argument, is het een conclusie? Ik zou het eigenlijk niet weten.
De verbeterde versie
Laten we er vanuit gaan dat het stuk gericht is op bewoners van Haarlem, en de bedoeling heeft uit te leggen dat de gemeente zorgvuldig gehandeld heeft en dat de gemeente achter de handhavers staat. Dan zou je iets kunnen schrijven als:
Inbeslagname hond
Handhavers van gemeente Haarlem zijn de ogen en oren in de wijk en staan voor de veiligheid in de stad. Als er vermoedens zijn van strafbare feiten wordt hiernaar gehandeld volgens de geldende procedures. Zo is het ook gegaan met een hond die de politie afgelopen vrijdag in beslag heeft genomen.
Handhavers van de gemeente hebben eerder deze maand geconstateerd dat een hond mishandeld werd en dat met de politie gedeeld. In het belang van het welzijn van deze hond is hij in beslag genomen. De hond is gecontroleerd door een dierenarts en krijgt de verzorging die hij nodig heeft. De dierenpolitie doet nader onderzoek.
De afgelopen dagen is hierover commotie ontstaan. Hierbij zijn filmpjes online gezet waarin te zien is dat de eigenaar van de hond en handhavers van de gemeente Haarlem onenigheid hebben. Online wordt gesuggereerd dat er een verband is tussen de gebeurtenissen op de filmpjes en de inbeslagname van de hond. Dat klopt niet. Dit zijn andere handhavers, op een ander moment en het ging over een andere gebeurtenis.
De gemeente Haarlem staat pal achter haar handhavers. Zij doen belangrijk werk voor de leefbaarheid van mens en dier in onze stad.

Dit was natuurlijk een snelle en allerminst perfecte poging. Maar uitgaande van drie simpele regels denk ik wel dat ik het een stuk beter heb gedaan dan de gemeente Haarlem. Die regels zijn:
- wees duidelijk
- weet wie je publiek is
- vertel je eigen verhaal
Haarlem, met zijn rijke taalhistorie, verdient een bestuur dat juist ook in dit opzicht goed presteert. Niet alleen voor de boa’s, maar voor alle Haarlemmers. Een gemeentebestuur dat zichzelf, zijn medewerkers, maar vooral de bewoners serieus neemt, moet het beter doen.
Verwoord de essentie
Ik heb hier Haarlem als voorbeeld gebruikt. Ik kan me voorstellen dat het op andere plekken ook lastig is. De meeste organisaties zien het belang van heldere communicatie in abstracto wel in, maar het lukt ze niet dat in de praktijk ook consequent invulling te geven.
Denk na over de essentie van je verhaal, breng het goed onder woorden, én breng het goed over het voetlicht. Dat zijn de elementen waar ik mij als retorisch strateeg op richt.
Geert-Jan Procee helpt mensen en organisaties de essentie te vinden en die krachtig onder woorden te brengen. Zijn dienstverlening is erop gericht dat mensen effectiever in staat zijn zichzelf en hun ideeën mondeling en schriftelijk te presenteren. Daardoor worden zij invloedrijker.
Geert-Jan is te bereiken via gjp@geertjanprocee.nl