De retorische tactieken van Robert Swaak bij Nieuwsuur

Glad ijs voor bestuurders
Bestuurders begeven zich elke dag op glad ijs, maar als je als bestuurder van een bank net een enorme schikking met het OM hebt getroffen, dan is soepel ijsdansen het verschil tussen een succesvolle loopbaan en een roemloos einde. Toen Robert Swaak aanschoof bij Jeroen Wollaars werd het spannend. Hier kwamen voorbereiding, vaardigheid en oefening samen. Hoe kunnen we de prestatie van de directeur van ABN Amro retorisch duiden en wat kunnen we ervan leren?
De zaak
ABN Amro heeft criminelen gefaciliteerd hun geld wit te wassen, of in elk geval ze het niet al te moeilijk gemaakt, en daarom een schikking met het OM getroffen van ongeveer een half miljard euro. Ondertussen worden drie oud-bestuurders van de bank strafrechtelijk onderzocht. De huidige topman van ABN Amro, Robert Swaak, zit in het televisieprogramma Nieuwsuur om uitleg te geven.

Het fragment is hier te vinden en begint op 3 minuten in de eerste video.
Analyse van het interview
Ethos
Hoe presenteert Robert Swaak zich en hoe komt dat op het publiek over? Dat noemen we ethos, het karakter of de uitstraling van de spreker.
Daarvoor is het begin van je speech of gesprek natuurlijk van groot belang. Gelukkig voor Swaak geeft Wollaars hem de ruimte met de vraag ‘wat voor dag is dit voor u?’
Robert Swaak: ‘Dit is een dag dat je erbij stilstaat dat je niet hebt kunnen doen wat de maatschappij van je verwacht. En dat doet pijn. Dat is een dag waarin je uiteindelijk je excuses uitspreekt, excuses namens de bank, aan de maatschappij, omdat we niet in staat geweest zijn onze poortwachtersfunctie te vervullen zoals verwacht mag worden van ons.’
Dat klinkt netjes, hij draait er niet al te veel omheen, hij ontkent niet, hij lijkt zijn verantwoordelijkheid te nemen. Hij neemt het publiek serieus.
Qua ethos doet Swaak dit niet onaardig. Als hij dit beeld weet vast te houden, dan kan het een succesvol interview worden.
Tegelijkertijd zien we twee andere belangrijke retorische elementen al opdoemen: wie is je publiek en wat is je strijdvraag?
Publiek en strijdvraag
Swaak richt zich op ‘de maatschappij’ als publiek. Breder dan dat kun je niet gaan en dat betekent ook dat mensen zich niet snel persoonlijk geraakt voelen. Dat betekent meteen dat de meeste mensen, die toch al niet veel specifieke kennis over het onderwerp hebben, het wel best zullen vinden. Slimme zet.
Belangrijker is de strijdvraag, het kernpunt – waar gaat het ten diepste om? Wat wil Swaak toegeven?
We zijn niet in staat geweest onze poortwachtersfunctie te vervullen zoals verwacht mag worden.
Hij houdt het klein en hij houdt het abstract. Dat is natuurlijk wel heel prettig: hebt u criminelen geholpen hun drugsgeld wit te wassen en daarmee de maatschappij verder gecorrumpeerd? Neen, hooguit zijn we niet in staat geweest, etc. Zolang het hem lukt het gesprek te houden op de poortwachtersfunctie die helaas niet voldoende vervuld is, zit hij redelijk veilig.
Abstract
Dat abstracte zien we voortdurend terugkomen in het eerste deel van het betoog van Swaak.
‘Er zijn maatregelen getroffen, maar wat je moest constateren met de kennis van vandaag, maar zeker ook met de uitkomsten van dat onderzoek, is dat die maatregelen niet voldoende waren.’ Wollaars vraagt hoe het zit met de waarschuwingen die de bank had gekregen dat het witwassers wel erg makkelijk gemaakt werd.
‘De bank heeft onvoldoende maatregelen getroffen, ze hebben maatregelen getroffen, maar op een gegeven moment moest geconstateerd worden – en dat is nu ook geconstateerd en daar doe ik ook helemaal niets aan af, dat erkennen wij ook – dat die maatregelen onvoldoende waren. Er waren intenties om die problemen op te lossen, er zijn inderdaad ook die maatregelen getroffen op bepaalde plekken in de bank, maar wat we op een gegeven moment hebben gerealiseerd, omdat de toenmalige bestuur ook hebben gerealiseerd, dat als je die maatregelen alleen maar in jouw deel van de bank doet en onvoldoende uitvoert over de bank als geheel, dan loopt dat niet goed en dat is uiteindelijk wat er in 2018 is gebeurd, dat die realisatie, dat je die maatregelen die je moet treffen om het witwassen inderdaad tegen te gaan om te kunnen bestrijden, dat je dat veel beter centraler kunt doen. En dat is toen uiteindelijk ook opgepakt.’

Alsof je naar een maansverduistering kijkt. Het is zeldzaam, je kunt er niets aan doen, maar volgende keer wil je het wel graag van te voren weten.
Tijd is in het voordeel van Swaak. Als het hem lukt het gesprek voort te laten kabbelen en hij geen grote fouten maakt, dan is het gesprek binnen tien minuten voorbij en heeft hij maatschappelijke verantwoording afgelegd, zoals het een goed bankier betaamt.
Veilig
En op een bepaald moment stelt Wollaars de verlossende vraag of de bank deze schikking wel kan betalen. Het antwoord op die vraag heeft Swaak natuurlijk voorbereid, je ziet de opluchting, hij is veilig. Het is gelukt de lijn te houden en daarmee is het interview geslaagd voor hem.
Dat is overigens geen verwijt aan de interviewer. Het kan heel goed zijn om in het frame mee te gaan. Je kunt het als Nieuwsuur ook willen hebben over de maatschappelijke weerslag van een niet goed uitgevoerde poortwachtersfunctie.
Wollaars laat het interview volgens mij op twee andere, mineure punten ernstig lopen. Eerst vraagt hij of de toezichthouder het wel goed doet in de ogen van de topman van ABN Amro, later of hij het terecht vindt dat diens voorgangers strafrechtelijk onderzocht worden.
Vaak bestaan er in het leven en in interviews geen goed of fout antwoord, maar wel een beter of slechter. En even vaak weet je vooraf niet zeker welk antwoord wat is. In dit geval weet je het wel. Je zegt dat de toezichthouder en het OM elk hun eigen verantwoordelijkheid hebben en hun eigen afwegingen maken, en dat je onder de indruk bent van de kwaliteit en de professionaliteit van de mensen waarmee je de eer hebt te mogen samenwerken.
Ook in de Jupilerleague maken ze hier natuurlijk geen fouten in.
Sta voor je mensen
Tegen het eind van het interview is het tijd voor Swaak een ander publiek te bedienen, namelijk zijn personeel. Dan komt er een heel andere stijl naar voren. Hij wordt specifiek, enthousiast en persoonlijk. ‘Ik heb een heel bewuste keuze gemaakt om CEO te worden van deze prachtige bank. Een bank met 19.000 medewerkers die elke dag weer alles doen om datgene te doen wat de maatschappij van ze verwacht. Ik zie een bank die die herstelmaatregelen naar zich toegetrokken heeft, die in staat is om met de toezichthouder de dialoog en discussie aan te gaan.’
Wollaars vroeg hem overigens of hij bang is zelf ook vervolgd te worden. Hij herhaalt die vraag, maar komt er volstrekt niet door. Swaak is echt niet van plan hierop in te gaan. En aan het eind van de video zie je dat ze dat allebei weten.
Swaak komt nog met een uitstekende zin voor als je liever niet inhoudelijk spreekt over verleden of toekomst: ‘Ik richt mij heel erg op wat ik vandaag moet doen, en dat drijft mij en daar haal ik ook mijn passie vandaan en vandaar dat ik ook kan doen wat ik doe.’ Of je nu een bank bestuurt of het gras gaat maaien, of vreemd bent gegaan, altijd bruikbaar.
Speechschrijver
Als je Swaak zorgvuldig beluistert, hoor je dat zijn tekst door goede communicatiemensen is gemaakt, dat het juridisch goed in elkaar zit en dat hij een goede spreker is. Hij is niet alleen boodschapvast, maar ook stijlvast. Tegelijk heeft hij heel scherp in de gaten wat hij wel en niet kan zeggen, en toch blijft het een echt gesprek. Respect daarvoor, dat gaat niet vanzelf.
Ik hoor overigens nog een oude echo in dit verhaal. Het kan mijn gevoeligheid zijn, maar ik vermoed dat er een speechschrijver bij ABN Amro rondloopt die (zoals alle goede speechschrijvers) Martin Luther King goed kent. Die was onlangs in het nieuws, omdat herinnerd werd dat hij op 4 april 1968 vermoord is. Rond 4 april zal ook begonnen zijn aan de eerste versie van de tekst voor Robert Swaak. Ik geloof niet dat het toeval is dat de frase ‘ik zie een bank’ opduikt. Het herinnert onmiddellijk aan ‘I have a dream’.

‘Ik zie een bank die die herstelmaatregelen naar zich toegetrokken heeft, die in staat is om met de toezichthouder de dialoog en discussie aan te gaan.’
Robert Swaak
‘I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood.’
Martin Luther King jr.
Of het inhoudelijk kies is, vraag ik me af, maar technisch fraai is het zeker.
Wat leren wij hiervan
Wat kunnen we hier nu van leren:

- kies de strijdvraag, de essentie van het twistpunt waarover twee of meer onderling strijdige opvattingen geloofwaardig verdedigd kunnen worden. Kies deze essentie zorgvuldig, ze is belangrijk. Swaak koos ‘We zijn niet in staat geweest onze poortwachtersfunctie te vervullen zoals verwacht mag worden’. Als je goed kiest, dan vergroot je de kans dat je de controle over de discussie houdt. Dit is de diepere retorische onderbouwing van framing.
- kies je stijl of stijlen zorgvuldig, passend bij het publiek of de publieken die je wilt aanspreken. Swaak koos twee stijlen en twee publieken.
- bepaal zelf wat je wel of niet wilt zeggen. Zelfs bij een doorgewinterde interviewer als Jeroen Wollaars kun je ermee wegkomen – zeker als die door moet naar het volgende onderwerp.
Uit dit korte fragment valt nog veel meer moois te halen over kairos (timing), over ethos (uitstraling), over stijl, maar de belangrijkste les is dat een goede voorbereiding de moeite waard is. Veel bestuurders veronachtzamen dit, want ze hebben het druk genoeg. Toch zijn dit de momenten dat het erom spant. Je kunt je positie versterken en je kunt flink onderuit gaan. Je vaardigheden aanscherpen en een strakke specifieke voorbereiding maken je leven een stuk prettiger.
Dank voor het lezen van dit stuk. Richt je nu weer heel erg op wat je vandaag moet doen, wat je drijft en waar je ook je passie vandaan haalt, zodat je ook kunt doen wat je doet.
Over de auteur
Geert-Jan Procee is retorisch strateeg. Hij helpt mensen en organisaties overtuigend en professioneel te opereren door onafhankelijk advies, training en andere diensten te leveren. De klassieke retorica geeft de middelen om genuanceerd, empathisch en krachtig met anderen om te gaan om gezamenlijke doelen te bereiken.
Één reactie op “Wat zeg je als je de baas bent van een witwasbank?”
Mooie, heldere analyse. En ook geestig. Geen moraliserend vingertje (mijn neiging) maar een zoektocht naar mechanismen die mensen gebruiken om hun positie veilig te stellen. Even onthullend als leerzaam.