Retorica helpt af te grenzen wie wel en wie niet bij de groep horen. Vooral de negatieve voorbeelden zijn makkelijk te vinden. Willen jullie er meer of minder van? Maar vanavond kwam ik een slimme man tegen die het anders deed.
Ik fietste gehaast naar het station. En toen stond er op een smal binnenstadsstraatje een auto geparkeerd, deur open, draaiende motor. Bezorger.
Waarschijnlijk keek ik geïrriteerd. Een conflict ligt op de loer. Waarom moet hij daar zo nodig staan, denk ik. Waarom moet hij zo moeilijk doen, ik die alleen maar mijn werk, denkt hij. En dan roept hij: “klotestraatjes hier, hè?”
En plotseling zijn niet wíj de antagonisten, maar horen we bij elkaar, tegen die mooie, maar onhandige stad. Briljant.
En mijn trein? Gemist natuurlijk.